Fotogalerij Familie Kolenbrander, Colenbrander en Koolenbrander
Klik op een afbeelding voor een vergroting.
Agatha Maria Colenbrander
(1762-1830)
Een schip geladen met meer dan 17 ton kruit vloog in Leiden op 17 januari 1807 in de lucht, met als gevolg 151 doden, 2000 gewonden en 220 verwoeste gebouwen. Eén van de gebouwen was de kostschool van Agatha Maria Colenbrander welke zij 10 maanden eerder had geërfd van haar echtgenoot Jean Jacques Schneither. Op het moment van de explosie waren er ongeveer 40 tot 50 studenten in de klaslokalen. Drie van hen overleefden de instorting van het gebouw niet.
Theodorus Christiaan Colenbrander
(1811-1881)
Theodorus Christiaan kwam in 1854 vanuit Java aan in Natal met een partner, Wilhelm van Prehn. Zij wilden in Pinetown indigo kweken en bewerken in samenwerking met Archibald Keir Murray, helaas zonder succes. Van Prehn verliet de Kolonie, maar Theodorus bleef achter. Hij trad op als vertegenwoordiger van een emigratiemaatschappij genaamd de Nederlandsche Landbouw Emigratie Maatschappij opgericht in Holland door zijn broer dominee Herman Colenbrander en diens twee zonen Johannes Arnoldus en Adriaan, samen met de Amsterdamse scheepseigenaar M.C. Lapidoth. Van de Natal Executive Council kregen zij toestemming om jonge ambachtslieden, boeren en arbeiders, welke waren opgevoed door liefdadigheidsinstellingen, naar Natal te halen. Het doel van de emigratie was om deze jonge mensen in andere delen van de wereld te plaatsen en hen zo te beschermen voor wat werd genoemd als ‘de besmetting van de Europese armoede’. De eerste groep arriveerde in mei 1857 en vanaf die tijd tot juli 1860 kwamen tenminste zes schepen aan in Durban en brachten zodoende achternamen als Wassink, Theunissen, Ente en Gielink naar de Kolonie, evenals meerdere Colenbranders.
Hij was de stichter van New Guelderland (RSA) en de eigenaar van een boerderij en de New Guelderland Sugar Factory.
Willempje Haalboom
(1814-1893)
Echtgenote van Jan Kolenbrander (1809-1870).
Zij emigreerde in 1856 naar de USA samen met haar echtgenoot, vier dochters en een zoon, Hermanus Kolenbrander (1841-1864). Tijdens zijn werk op een nabijgelegen boerderij werd hij op 01.03.1862 gerekruteerd en diende tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog als soldaat in Iowa's 17th Infantry Regiment K Company. Op 23.11.1863 werd hij krijgsgevangen genomen bij Missionary Ridge TN en overleed op 12.07.1865 in het beruchte krijgsgevangenenkamp Andersonville GA.
Aangezien haar echtgenoot was overleden en Hermanus haar enige kostwinner zou zijn geweest vroeg Willempje een pensioen aan, hetgeen werd afgewezen. Zij spande een rechtszaak aan en op 26.07.1880 werd haar eindelijk een pensioen toegewezen van $ 8 per maand.
Heinrich Johann Boland (1814-1901) Echtgenoot van Johanna Catharina Willemina Kolenbrander (1818-1881). Familie Boland - Spork NW (DEU) augustus 1901. Staand: Elisabeth Johanna (1888-1982), Gerhard Emil (1804-1904), Wilhelmina Bernardina (1879-1962), Johann (1845-1904), Johanna Henriette (1891-1982), Heinrich Johann (1877-1953), Wilhelm Johann (1885-1982). Voor: Dina Johanna (1883-1962), Heinrich Johann (1814-1901) weduwnaar van Johanna Catharina Willemina Kolenbrander (1818-1881), Johann Bernard (1894-1923), Henriette Schepers (1885-1902) en op haar schoot Bertha Gesina (1899-1969), Dina Aleida te Beest (1869-1953) en op haar schoot Frederik Gerrit (1901-1970). |
Gerrit Kwak
(1825-1890)
Echtgenoot van Aleida Wendelina Colenbrander (1831-1861). Na haar overlijden huwde hij haar zuster Hanna Willemina Colenbrander (1839-1929). Hij was molenaar op ‘De Haan’, eerst als pachter maar na een aantal jaren kocht hij de molen. Vanaf die tijd stond de molen bekend als de ‘Kwaksmölle’.
Adrianus Colenbrander en Jeanne Jacqueline Brunner (1838-1909) - (1841-1917) Staand van links naar rechts: Adriaan Lucas Brunner Colenbrander (1880), Alida Sophia Colenbrander (1878-1959), Adriaan Leopold Brunner Colenbrander (1884-1941) en Christina Louise Colenbrander (1882-1960). Zittend: Adrianus Colenbrander (1838-1909), Jeanne Jacqueline Brunner (1841-1917) en voor hen op de grond Violet Nancy Berend (1905-1989), dochter van Alida Sophia. |
Theodoor Christiaan Adriaan Colenbrander (1841-1930) Hij was een bekende ontwerper van keramiek, aardewerk en tapijten. Zijn werk is tegenwoordig zeer gezocht en wordt wereldwijd tentoongesteld in musea zoals het Rijksmuseum in Amsterdam en het Victoria en Albert in Londen. Op de open markt worden hoge prijzen betaald bij antiekdealers en veilingen. Hij veranderde zijn initialen in T.A.C. voor zijn werk. |
Gerardus Theodorus Colenbrander (1850-1926) Na het voltooien van zijn opleiding in Holland, samen met zijn broers Adriaan en Antonie, nam hij dienst bij de Koninklijke Marine als werktuigkundige. Hij werd door zijn vader teruggeroepen om te helpen bij het leiden van de boerderij en de suikerfabriek van New Guelderland. Tevens was hij de postmeester van New Guelderland. |
Johan Willem Colenbrander (1855-1918) Zoeloe bijnaam ‘Sishungushwana emhlope’ hetgeen betekent “The White Whirlwind’ (De Witte Wervelwind). Gedurende zijn leven nam hij deel aan een aantal bepalende gebeurtenissen, zoals de Zoeloe oorlogen, het bezoek van Lobengula’s indunas (ambassadeurs) aan koningin Victoria, Cecil Rhodes’ territoriale uitbreiding in Mashonaland waar hij optrad als tolk, de Ndebele opstand en de Boerenoorlog (waarin hij commandant was van de door hem opgerichte eenheid ‘Kitchener’s Fighting Scouts’). Na enige mislukte zakelijke avonturen trad hij in 1917 in dienst bij de filmmaatschappij van I.W. Schlesinger om te helpen bij het regelen van figuranten voor de film The Symbol of Sacrifice. In de film speelde hij de rol van Lord Chelmsford en verdronk toen hij probeerde met zijn paard de Kliprivier over te steken. Voor zijn militaire verdiensten werd hij benoemd tot Lid van de Order of the Bath (CB). Familieleden in Nederland namen publiekelijk afstand van hem omdat hij in de Boerenoorlog aan de kant van de Engelsen vocht. Zij realiseerden zich waarschijnlijk niet dat hij was opgegroeid in het Engelse deel (Natal) van Zuid-Afrika en geen enkele binding had met de Boeren. |
Maria en Elizabeth Mullins (1861-1900) - (1860-1935) Maria Mullins was de eerste echtgenote van Johan Willem Colenbrander (1855-1918) en woonde een groot deel van haar leven samen met hem in de kraal van koning Lobengula in Bulawayo in het huidige Zimbabwe. Johan en zij genoten het volste vertrouwen van de Matabele koning en beiden spraken de taal vloeiend. Elizabeth Mullins was gehuwd met Johan Willem's broer Alphonse Charles Colenbrander (1867-1904). Ook zij woonden in Bulawayo. De twee vrouwen waren uitmuntende schutters. |
Catherine Gloster (1878-1972) De derde echtgenote van Johan Willem Colenbrander (1855-1918). De Gloster familie - circa 1898 te Clonmellane House, Firies, Killarney, Co. Kerry, Ierland. Voorste rij van links naar rechts: Mr. Heffernan (vriend van de familie), Esther Anne Groves (1845-1933) met Maurice Beatty Gloster (1896) zoon van Arthur Gloster en Eleanor Mary Beattie, James Gloster (1837-1916), Catherine Gloster (1878-1972), echtgenote van Johan Willem Colenbrander (1855-1918) Achterste rij van links naar rechts: Esther Ann Gloster (1888-1980), Thomas Gloster (1883), Arthur Gloster (1867-1922), James Gloster (1869-1946), Frances Ann (1864-1950) echtgenote van James Gloster, Cornelius Gloster (1872-1907), Mary Jane Gloster (1875-1975). |
Gerrit Jan Kolenbrander en Trientje Schutten (1856-1917) - (1857-1923) Achterste rij van links naar rechts: Gerrit (1885-1976), Hendrik Jan (1891-1970), Gerrit Jan (1897-1968), Geesje (1889-1946), Janna (1893-1982) en Jantje (1882-1971). Voorste rij van links naar rechts: Hendrik (1881-1971), Gerrit Jan (1856-1917), Trientje Schutten (1857-1923) en Willem (1884-1983). |
Dirk Johannes Kolenbrander en Margaretha Hermanna Cator (1859-1934) – (1861-1916) Met zeven van hun kinderen. De kinderen van links naar rechts - Burgje (1888-1962), Andries (1893-1951), Gerrit (1886-1953), Margaretha Hermanna (1890-1954), Dirk Johannes (1895-1977), Gerardina Hermanna (1887-1973) - vooraan - Thomas (1891-1974). |
Hendrik Willem (Henry) Kolenbrander en Martha De Bruin (1861-1943) - (1871-1942) Hij en zijn broer Gerhardus Bernardus vertrokken van Michigan naar Pella IA om, zoals zij vertelden, te zoeken naar 'een goed christelijk meisje om mee te trouwen'. Zij vonden die in de zusters De Bruin, dochters van Jan De Bruin (1838-1915) en Rikje Kolenbrander (1843-1919). Rikje was een dochter van Jan Kolenbrander (1809-1870) en Willempje Haalboom (1814-1893). |
Gerhardus Bernardus Kolenbrander en Cornelia Magdalena Hollebrands (1863-1945) - (1874-1958) Na het overlijden van zijn ouders woonde hij bij familie in Ede; hij volgde zijn broer Hendrik Willem (Henry) en emigreerde naar de USA op 08.02.1882. Na het overlijden van zijn eerste echtgenote Wilhelmina De Bruin (1865-1898) huwde hij Cornelia Magdalena Hollebrands. |
Gerhardus Bernardus Kolenbrander en Cornelia Magdalena Hollebrands (1863-1945) - (1874-1958) Met hun gezin. Staand van links naar rechts - Anna Angeline Kolenbrander (1909-2003), Elias Kolenbrander (1905-1992), ?, William Bernard Kolenbrander (1911-1983), ?, Henry William Kolenbrander (1907-2001), James John Kolenbrander (1912-1993), - zittend - Berdina Magdalena Kolenbrander (1914-2003), Cornelia Magdalena Hollebrands (1874-1958), Gerhardus Bernardus Kolenbrander (1863-1945), Janet Sarah Kolenbrander (1909-2002). |
Berendina Willemina Kolenbrander (1864-1953) Na het overlijden van haar ouders werd zij ondergebracht bij familie in Varsseveld. Tot aan haar huwelijk moest zij daar huishoudelijke taken verrichten en voor het vee zorgen. Als gevolg hiervan bezocht zij nauwelijks de school en bleef analfabete. Met vette letters was op haar persoonsbewijs in de Tweede Wereldoorlog 'kan niet schrijven' vermeld. Haar kleinzoon Jan Willem Huitink (1931-2008) herinnerde zich dat door haar analfabetisme de mensen haar als dom beschouwden. Na het overlijden van haar echtgenoot Derk Gerrit Meijerman (1861-1911) nam zij de boerderij over en Jan Willem zei 'hoe kan je een boerderij leiden als je dom bent'. |
Arend Hermanus Kolenbrander en Cornelia Lingmont
(1866-1958) – (1865-1954)
Met hun familie.
Van links naar rechts: Adriana Johanna (1904-1961), Dirkje Johanna (1899-1989), Arend Hermanus (1866-1958), Cornelia Wilhelmina (1897-1985), Hillegonda Cornelia (1895-1985), Cornelia Lingmont (1865-1954), Gerardina Hermina (1901-1949) en Louis Andries (1893-1973). Het portret is van hun zoon Arend Hermanus (1906-1917), overleden aan polio.
Wilhelmus Johannes Koolenbrander en Catharina Wilhelmina Köster (1866-1943) - (1882-1945) Op hun 25-jarig huwelijksdag. Staand van links naar rechts: Johannes Wilhelmus (1895-1971), Anna (1912-2004), Christina (1910-2004), Elisabeth Wilhelmina (1907-1989), Wilhelmina Johanna (1917-2007), Hendrikus Antonius (1897-?). De twee zonen zijn uit Johannes Wilhelmus' eerste huwelijk met Johanna Christina Croesen (1867-1905). |
Jantje (Jane) De Bruin en Arie Cornelis De Jong
(1868-1956) - (1866-1938)
Dochter van Rikje Kolenbrander (1843-1919) en Jan De Bruin (1838-1915) met de eerste zes van hun twaalf kinderen.
Staand van links naar rechts: Martin Arie De Jong (1892-1920), John Arie De Jong (1889-1968) en Mary De Jong (1888-1931).
Zittend van links naar rechts: Arie Cornelis De Jong (1866-1938), Margaret De Jong (1896-1986), Richard Arie De Jong (1894-1988), Jantje (Jane) De Bruin (1868-1956) en baby Jacob Arie De Jong (1898-1951).
Foto is genomen in 1900.
Herman Theodoor Colenbrander (1871-1945) Hij was historicus en de eerste directeur van de Commissie van Advies voor 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën; later werd dit het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis. Vanaf 1908 was hij lid van de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen. Tussen 1918 en 1925 was hij professor in de Geschiedenis te Leiden. Hij publiceerde verschillende boeken over Nederlandse emigranten. In 1933 werd hij door twee van zijn collega's beschuldigd van plagiaat. Deze beschuldiging bleek ongegrond. |
Petrus Johannes Kolenbrander en Aagje de Graaf (1881-1981) - (1883-1958) Op hun 50-jarig huwelijksdag. Van links naar rechts: |
Gustaaf Paul van Hecking Colenbrander
(1887-1945)
Als eerste luitenant ging hij in 1914 over van de artillerie naar de Luchtvaartafdeling (LVA) de voorloper van de Koninklijke Luchtmacht, eerst als waarnemer en later als piloot. Hij overleefde verschillende vliegtuigongelukken en bereikte de rang van Commandant-Majoor. In de Tweede Wereldoorlog was hij krijgsgevangene maar werd vrijgelaten wegens een slechte gezondheid.
Hij was ook een verdienstelijk voetballer en speelde als international voor Nederland en het Nederlandse Militaire Team.
Antonius Theodorus Colenbrander (1889-1929) Hij was ritmeester en een bekend ruiter die deel nam aan de Olympische Spelen in Parijs 1924 en Amsterdam 1928. Op de spelen van Parijs won hij een gouden medaille in de discipline Militaire Teams. In 1929 overleed hij als gevolg van een val van zijn paard tijdens een springwedstrijd te Zelhem (Gld). |
Constance Addison (1893-1918) Dochter van Rosalie Benoni Colenbrander (1870-1901) en Walter Harding Bovell Addison (1859-1931). Zij volgde een opleiding tot verpleegster in Engeland. Nadat haar twee broers Ernest Colenbrander Addison en Alphonse Colenbrander Addison waren gesneuveld in de Eerste Wereldoorlog keerde zij op 10 september 1918 terug naar Zuid-Afrika aan boord van de SS Galway Castle. Om 07.30 uur op 12 september 1918, op twee dagen varen van Plymouth, werd het schip getorpedeerd door de U-82. Aan boord waren 400 Zuid-Afrikaanse gewonde soldaten, 346 passagiers en 204 bemanningsleden. De schade was zo groot dat werd aangenomen dat het schip vrijwel onmiddellijk zou zinken. Bovendien werd een nieuwe aanval van de U-82 verwacht. In de haast om het schip te verlaten sloegen een aantal reddingsboten in de zware zee om. De U-boot viel echter niet meer aan en de Galway Castle bleef nog drie dagen drijven. Marineschepen werden per radio opgeroepen om overlevenden te redden en brachten deze terug naar Plymouth. Daar bleek dat 143 mensen waren omgekomen, waaronder Cornelia Addison. |
Geesje Kolenbrander en Geert Leferink (1898-1947) - (1888-1984) Met hun kinderen. Achterste rij van links naar rechts: Hermina (1930), Johanna (1923-1997), Dina (1921-2004), Gerrit Jan (1924), Herman (1926) en Gerrit (1928) |
Derk Hendrik Koolenbrander en Catharina Jantina Elisabeth Bijmolt
(1899-1976) - (1901-1985)
Met hun kinderen Elisabeth Kornelia (1926-2017) en Egge Derk Jan (1928-1945).
In maart 1945 werd Doetinchem bij vergissing gebombardeerd door geallieerde vliegtuigen. Egge Derk Jan was een van de slachtoffers.
Albert Kolenbrander en Harmina Bekman
(1900-1980) - (1903-1989)
Met hun gezin.
Staand van links naar rechts: Fenna Alberdina Kolenbrander (1929-2017), Johanna Harmina Kolenbrander (1923-2016), Harm Kolenbrander (1927-1997), Egberdina Kolenbrander (1903-1988), zuster van Albert, en Albert Kolenbrander (1932-2011).
Zittend van links naar rechts: Harmina Bekman (1903-1989) met Geesje Kolenbrander (1939-2017), Harm Kolenbrander (1871-1950) en Albert Kolenbrander (1900-1980).
Elias Kolenbrander
(1905-1992)
Hij was landbouwer in de omgeving van Pella IA en kocht in 1930 een Travel Air tweedekker vliegtuig. Midden 1931 haalde hij zijn brevet en verkocht de boerderij. Zijn bedoeling was vracht en post te vervoeren en een rondvlucht voor de toevallige toerist. Als gevolg van de depressie werd de onderneming geen succes en eind 1933 moest hij het vliegtuig verkopen en werd hij autoverkoper.
Arnold Benjamin Colenbrander
(1912-2002)
Zoeloe bijnaam ‘Mashanela’ hetgeen betekent ‘The Clean Sweeper’ (De Grote Schoonmaker). Zijn Engelse bijnaam was ‘Coley’.
Hij maakte een uitmuntende ambtelijke carrière en bereikte de functie van Chief Bantu Affairs Commissioner en was nauw betrokken bij het ontstaan van de zelfstandige staat KwaZulu. Na de afkondiging op 1 april 1972 werd hij benoemd tot Directeur van het Departement van Justitie in KwaZulu. Zijn carrière werd onderbroken door de Tweede Wereldoorlog. Hij nam dienst en werd ingedeeld bij het latere tankregiment van de Prince Alfred’s Guard. Als luitenant en troepcommandant nam hij deel aan de strijd in Italië waaronder Monte Cassino en Celleno. Bij de laatste slag raakte hij gewond toen hij ‘uit de koepel van zijn tank werd geblazen’.
Zijn memoires zijn gepubliceerd onder de titel ‘Coley’s Odyssey’.
Johan Cornelius Alphonse Lawrence Colenbrander en Enid Beatrice Diana Bone
(1912-1999) - (1916-2006)
Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende hij bij de Royal Air Force en bereikte uiteindelijk de rang van Wing Commander Senior Medical Officer. Toen hij hoorde van het tekort aan radiologen in Zuid-Afrika keerde hij in 1951 terug. Na de opening op 1 januari 1954 speelde hij een vooraanstaande rol in de uitbreiding en ontwikkeling van Edendale, het grote Zoeloe ziekenhuis bij Pietermaritzburg.
Derk Jan te Rietstap
(1913-1945)
Zoon van Bertha Colenbrander (1890-1937) en Gerrit Jan te Rietstap (1882-1955).
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij lid van de verzetsgroep 'Trouw' in Bergentheim (Ov). Op 12.01.1945 werd hij samen met 9 andere verzetsstrijders, waaronder zijn neef Gerrit Jan Ormel, gearresteerd. Zij werden op 20.02.1945 overgebracht naar de gevangenis in Doetinchem.
Op 27.02.1945 doodde het verzet drie Duitse soldaten tussen Dinxperlo en Aalten. Als vergelding haalden de Duitsers 46 gevangenen uit Doetinchem, onder wie Derk Jan en Gerrit Jan, en brachten hen naar Rademakersbroek bij Varsseveld. Daar werden zij op 02.03.1945 door een vuurpeloton geëxecuteerd.
Marinus Hendricus Colenbrander
(1915-1989)
In de Tweede Wereldoorlog was hij van 16.04.1943 tot 08.11.1943 opgesloten in het concentratiekamp Vught. Later werd hij gevangen gezet in het concentratiekamp Amersfoort en op 30.03.1944 overgebracht naar de Leipziger Werkzeug und Gerätefabriek in Leipzig (DEU). Op 10.06.1945 kwam hij thuis.
Henry Paul Colenbrander
(1924-2017)
Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende hij bij de marine. Na zijn terugkeer maakte hij de universiteit af werd leraar en coach op het Northwestern College in Orange City IA en vervolgens basketbal- en Amerikaans voetbalcoach. Als basketbalcoach wonnen zijn teams in 12 jaar meer dan tweehonderd wedstrijden en werden drie maal kampioen van de staat Iowa. Het hoogtepunt als voetbalcoach was de winst in 15 opeenvolgende wedstrijden van 1953 tot 1954. In 1963 verhuisde hij met zijn gezin naar Holland MI om daar naar het Western Seminary te gaan. Gedurende deze tijd leidde hij veel wedstrijden bij de lokale high schools. Afgestudeerd zijnde diende hij 12 jaar als dominee bij de Maplewood Reformed Church. Na zijn pensionering bleef hij tot de leeftijd van 88 jaar in kerken in de omgeving preken en diensten leiden. Ook bouwde hij 36 huizen in de streek van Holland MI.
Vernon Franklin Colenbrander
(1925-2003)
Hij nam dienst bij de marine en diende als vuurleidingman op de LSMR #189 in de Stille Oceaan. In 1954 studeerde hij af aan de Washington State University met een BA in de zuivelwetenschap en werd verkozen als de Washington State University Landbouwkunde Student van het Jaar. Hij ontving zijn MA in de zuivelwetenschap in 1957 van de University of Wisconsin. Van 1957 tot 1960 was Vernon zuivelagent voor Whatcom County. Daarna haalde hij zijn PhD in diervoeding in 1965 aan de Kansas State University en accepteerde een hoogleraarschap in zuivelvoeding aan de Purdue University tot aan zijn pensionering in 1990.
Paul Edwin Kolenbrander
(1942-2017)
Paul’s carrière als microbioloog bij het National Institute of Dental and Craniofacial Research in Bethesda MD leidde tot een wisselwerking met onderzoekers over de hele wereld. In zijn laboratorium begeleidde hij postdoctorale studenten uit o.a. de USA, Israël, India Sri Lanka, Frankrijk, Duitsland, China en het Verenigd Koninkrijk en hield lezingen op internationale conferenties. Zijn baanbrekend onderzoek richtte zich op de bestudering van bacteriekolonies in de mondholte en hoe die op elkaar reageren. Bij voorbeeld welke soorten hechten zich aan het gebit na een bezoek aan de tandarts, wat volgde daarop en wat maakten de bacteriën aan om hun ontwikkeling te bevorderen.
In de herfst van 2009 verhuisde hij naar Maury Island WA en stond bekend om zijn blijmoedige groet ‘Good Morning’. Tuinieren was een grote passie, alsmede lezen, backpacken, fotograferen, reizen, spelletjes en kaarten en gewoon rondhangen met familie en vrienden.
Lawrence Gene Kolenbrander
(1943-2011)
Hij ontving zijn MA en PhD in 1975 en 1981 van de Colorado State University in Fort Collins CO. Als onafhankelijk planning adviseur werkte hij in Loveland CO, voordat hij in 1985 bij de faculteit van de Western Carolina University kwam als coördinator van het nieuwe programma van de universiteit in het beheer van natuurlijke hulpbronnen. Onder zijn leiding breidde het programma in 20 jaar uit van één naar vier faculteitsleden en studeerden meer dan 300 studenten af. Hij was ook meer dan 10 jaar hoofd van de afdeling Geowetenschappen en Natuurlijke Hulpbronnen en tijdens deze periode groeide de afdeling in staf, middelen, hoofdvakken en kwaliteit.
Bekend als "Doc" voor zijn studenten ging hij met pensioen als emeritus hoogleraar.
Ronald William Kolenbrander
(1948-2019)
Ron behaalde een BA in geschiedenis en sociale wetenschappen aan de Southwest Minnesota State University, een MA in geschiedenis aan de Emporia State University en een MA in politieke wetenschappen en een PhD in volwasseneneducatie aan de Kansas State University. Hij bracht zijn leven door als docent. Van 1973 tot 1989 doceerde hij Amerikaanse geschiedenis en bestuur aan de Manhattan High School in Manhattan KS. In 1989 nam hij een hoogleraarschap aan als docent in toekomstige sociale wetenschappen aan de Radford University in Radford VA. Hij ging in 2012 met pensioen als emeritus hoogleraar.
Foto toevoegen?
Indien het op prijs wordt gesteld een foto van een overleden familielid in de galerij op te nemen, kan een foto via het contactformulier worden toegestuurd. Graag in een hoge resolutie, wij passen die aan op het goede formaat.