Fotogalerij familie Kolenbrander, Colenbrander, Koolenbrander

18040729-001_kol

Hendrica Johanna Colenbrander

(1804-1888)

18110918-001_kol

Theodorus Christiaan Colenbrander

(1811-1881)

Theodorus Christiaan kwam in 1854 van Java naar Natal met een compagnon, Wilhelm van Prehn. Samen met Archibald Keir Murray probeerden ze in Pinetown indigo te verbouwen en te produceren, maar zonder succes. Van Prehn verliet de kolonie, maar Theodorus bleef. Hij trad op namens een emigratiemaatschappij genaamd de Nederlandsche Landbouw Emigratie Maatschappij, opgericht in Nederland door zijn broer dominee Herman Colenbrander en zijn twee zonen Johannes Arnoldus en Adriaan samen met de Amsterdamse reder M.C. Lapidoth. Zij kregen de goedkeuring van het bestuurscollege van Natal om jonge monteurs, boeren en arbeiders, die door een liefdadigheidsvereniging waren opgeleid, te introduceren. Het doel van deze emigratie was deze jonge mensen in andere delen van de wereld te plaatsen en hen zo te onttrekken aan wat werd omschreven als "de besmetting van de Europese armoede". De eerste lichting arriveerde in mei 1857, en vanaf dat moment tot juli 1860 landden ten minste zes schepen in Durban, waarbij achternamen als Wassink, Theunissen, Ente en Gielink in de kolonie werden geïntroduceerd, evenals meer Colenbranders.
Hij was de stichter van New Guelderland Natal (RSA) waar hij een boerderij en de New Guelderland Suikerfabriek bezat.

18140503-001_kol

Willempje Haalboom

(1814-1893)

Echtgenote van Jan Kolenbrander (1809-1870).

Zij emigreerde in 1856 naar de USA samen met haar echtgenoot, vier dochters en een zoon, Hermanus Kolenbrander (1841-1864). Tijdens zijn werk op een nabijgelegen boerderij werd hij op 01.03.1862 gerekruteerd en diende tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog als soldaat in Iowa's 17th Infantry Regiment K Company. Op 23.11.1863 werd hij krijgsgevangen genomen bij Missionary Ridge TN en overleed op 12.07.1865 in het beruchte krijgsgevangenenkamp Andersonville GA.

Aangezien haar echtgenoot was overleden en Hermanus haar enige kostwinner zou zijn geweest vroeg Willempje een pensioen aan, hetgeen werd afgewezen. Zij spande een rechtszaak aan en op 26.07.1880 werd haar eindelijk een pensioen toegewezen van $ 8 per maand.

18140821-001_kol

Heinrich Johann Boland

(1814-1901)

Echtgenoot van Johanna Catharina Willemina Kolenbrander (1818-1881).

Familie Boland - Spork NW (DEU) augustus 1901.

Staand: Elisabeth Johanna (1888-1982), Gerhard Emil (1804-1904), Wilhelmina Bernardina (1879-1962), Johann (1845-1904), Johanna Henriette (1891-1982), Heinrich Johann (1877-1953), Wilhelm Johann (1885-1982).

Voor: Dina Johanna (1883-1962), Heinrich Johann (1814-1901) weduwnaar van Johanna Catharina Willemina Kolenbrander (1818-1881), Johann Bernard (1894-1923), Henriette Schepers (1885-1902) en op haar schoot Bertha Gesina (1899-1969), Dina Aleida te Beest (1869-1953) en op haar schoot Frederik Gerrit (1901-1970).

18190506-001_kol

Gustav van Hecking Colenbrander

(1819-1878)

Hij was marine commandant en 1854 onderscheiden met de Militaire Willems-Orde 4e klas (hoogste eer voor dapperheid).

18250526-001_kol

Gerrit Kwak

(1825-1890)

Echtgenoot van Aleida Wendelina Colenbrander (1831-1861). Na haar overlijden huwde hij haar zuster Hanna Willemina Colenbrander (1839-1929). Hij was molenaar op ‘De Haan’, eerst als pachter maar na een aantal jaren kocht hij de molen. Vanaf die tijd stond de molen bekend als de ‘Kwaksmölle’.

18290626-001_kol

Garrit Jan Gosselink en Derkje Colenbrander

(1829-1908) - (1836-1916)

Garrit Jan emigreerde naar de USA in 1847 op het schip Nagasaki.

18300324-001_kol

Maria Johanna Arnolda Colenbrander

(1830-1924)

Samen met twee van haar kleinkinderen.

18310111-001_kol

Hendrik Anne Tjeenk Willink

(1831-1885)

Zoon van Aleida Maria Colenbrander (1791-1870) en Harmanus Didericus Tjeenk Willink (1790-1859).

18321108-001_kol

Leonardus Kolenbrander

(1832-1914)